~Masker af~
eigen ervaring




Ons kent ons

Ik woon in een dorp. Het is ontstaan halverwege de 19e eeuw, vanuit een aantal verspreide plaggenhutten waar de bewoners een armzalig bestaan leidden. In die tijd bestond de omgeving vooral uit zandverstuivingen en heidevelden. Tijdens een rondreis vernam een dominee het lot van het relatief afgelegen dorp. Hij investeerde in het dorp door een waterput, een school en enkele jaren later een kerk te bouwen. Een kerk staat er nog steeds, maar zijn doel is hij allang voorbij in dit dorp vol ongelovigen.

Een gehucht op de hei met slechts zo’n 1700 inwoners. Maar zeer toeristisch dus in het hoogseizoen komen daar heel wat tijdelijke inwoners bij. Een dorp met een sterk ons-kent-ons gehalte en een grote sociale controle. Iedereen weet alles van elkaar en roddelen is heel normaal of zelfs een vereiste voor een gesprekje met je mede dorpsgenoten. Als je hier door het dorp wandelt of even in de supermarkt een vergeten boodschap moet halen ontkom je er niet aan. Je wordt constant aangesproken, er is altijd wel iemand die een praatje met je begint. Natuurlijk kan dat heel gezellig zijn. Soms, als ik in een goeie bui ben blijf ik staan en klets gezellig mee. Het begint met wat losse opmerkingen over het weer ofzo, maar dan gaat al het gauw over die en die personen, gezinnen enz. Ze vragen mij dan ook honderduit over dingen waar ze niets mee te maken mee hebben… Dan weet ik alweer genoeg, ik doe dienst als informatieverschaffing. Beseffen mensen niet wat ze een ander aan doen? Waarom leeft men zo op om de narigheid van een ander en maken ze het nog erger door er een flinke schep bovenop te doen? Iedereen denkt alles over je te weten. Iedereen weet dat je ziek bent, iedereen weet hoe vaak je naar de dokter gaat en iedereen weet dat je zwaar depressief bent. Uhh wat?! Nee dat laatste klopt helemaal niet, maar wanneer al die roddeltantes elkaar de laatste roddels vertellen dan wordt er nog wel eens een klein detail verdraait. Ach laat ze maar roddelen of praten over mij. Dat is toch een teken dat je de moeite waard bent om over te praten hé?

Dat hele ons-kent-ons, iedereen kent iedereen en die sociale controle is trouwens ook slechts een beperkt prettig schijnwereldje. Want het kennen is een kennen dat beperkt is tot een afgebakende groep mensen, het eigen kringetje. Het ons-kent-ons cultuurtje is een beetje een kliek, waar je niet gemakkelijk tussenkomt als je niet aan de eisen voldoet. Ik ben slechts import, de vrouw van. Import is een term die gebruikt wordt voor de mensen die het lef hebben hierheen te verhuizen zonder dat ze banden hebben met het dorp en voor de aangetrouwden zoals ik. Mijn man is hier geboren en heeft hier bijna zijn hele leven gewoond. Met uitzondering van die paar jaar dat wij gingen samenwonen in de stad waar hij mij opgeduikeld had. In die tijd werd hem regelmatig gevraagd wanneer hij weer eens op stap ging zonder zijn huppeltje, zelfs als ik met mijn neus bovenop stond. Ach ja boeien, lekker belangrijk zo’n import-muts.

Dit dorp ik heb er erg aan moeten wennen. Maar toch ben ik ervan gaan houden. Laat ze maar kletsen. Sorry schat als ik met een man praat of dans of mijn glimlach toon. Ik weet het schat de volgende dag heb ik er aan het einde van de tam tam van alles mee uitgespookt. Maar ik ben gewoon wie ik ben en ik ga absoluut niet veranderen voor dit dorp.
Ik moet zelf ook altijd erg wennen aan mensen en zal niet gauw de eerste zijn die contact zoekt. Dus de ons kent ons kliekjes waren een grote barrière voor mij. Het heeft dan ook even geduurd. Maar als je dan wat mensen leert kennen, dan ontdek je dat er ook mensen zijn die boven dit alles staan, die er wel voor je zijn als dat nodig is en dat het toch erg gezellig kan zijn in dit godvergeten gehucht, dit roddeldorpje op de hei.